Het stempelkaartsysteem

Elke deelnemer onvangt een stempelkaart met een bepaald aantal vakjes. Voor de verschillende programma-onderdelen krijgen de deelnemers 1 tot meerdere stempels. Open (lege) vakjes gelden voor activiteiten die door deelnemers vaker kunnen worden gedaan.

Vakjes met een reeds ingevulde activiteit zijn verplicht. Op een lijst wordt aangegeven wat (per dag of dagdeel) de mogelijkheden zijn om stempels te halen. De verhouding stempels – activiteiten kan gevarieerd worden om aan bepaalde programmaonderdelen meer prioriteit of gewicht te geven. Het is aan te raden programmaonderdelen die minder populair zijn meer stempels waard te maken. Programmaonderdelen die veel voorbereiding of kosten met zich meebrengen stel je uiteraard verplicht.

Het werken met stempels, met als resultaat voldoende stempels = JOTA bandje, deelnemerscertificaat of insigne, werkt voor kinderen erg motiverend. Ook zaken als corvee, opbouwen en opruimen gaan opeens een stuk sneller.